Denken in beelden

Een stoel is een stoel, een fiets is een fiets. Als je deze woorden leest of hoort, heb je er waarschijnlijk direct een beeld bij. Je ziet de stoel die bij jou in de huiskamer staat of je eigen fiets. Ons brein wil altijd beeld hebben bij woorden. Dat is zo sterk, dat het je het niet kunt tegenhouden. Let maar op wat er gebeurt bij de volgende opdracht.

Denk niet aan een roze olifant.

En? Lukte het jou de opdracht uit te voeren?

Een stoel kun je zien en aanraken. Een fiets ook. Maar hoe zit het met woorden als gezelligheid, pijn of verstandig? Heb je daar beelden bij?

Bespreek in groepjes de volgende twee vragen.
  1. Wat voor beelden krijg je in je hoofd als je denkt aan gezelligheid, pijn of verstandig. Maak van elk woord een woordspin.
  2. Kun je woorden bedenken waar je helemaal geen beelden bij ziet in je hoofd?